Overslaan en ga direct naar de inhoud Direct naar de footer

Anti-pestprotocol

Omgaan met pesten

Op school werken we bewust aan het creëren van een veilig sociaal klimaat. Dit doen we door o.a.:
• Te zorgen voor een goed klassenmanagement;
• Duidelijke afspraken en routines op school en in de klas;
• Te werken aan een goede leerkracht-leerling-ouder relatie;
• Te werken aan een goed groepsklimaat door het inzetten van coöperatieve werkvormen en groepsvormende spelletjes;
• Sterk didactisch handelen, zoals doelgericht werken en gedifferentieerde instructie en verwerking;
• Elke week les te geven in sociaal emotionele ontwikkeling, door middel van de methode Kwink.

Mocht er desondanks toch sprake zijn van pestgedrag, dan hanteren wij de Vijfsporenaanpak. Deze aanpak richt zich op alle betrokkenen: het gepeste kind, de pesters, de ouders, de klas- of groepsgenoten en de school. Het volledig anti-pestprotocol kunt u op school inzien.

Er wordt gepest?! En nu?
Wat moet je als kind doen als je gepest wordt?
Als je op school gepest wordt, dan moet je het echt aan je juf of meester vertellen.
Je mag het pesten dus niet geheimhouden en dat is geen klikken. Als je gepest wordt, praat erover met je vader en/of moeder, en juf of meester.
Op school is er ook een juf en meester die veel weet over pesten en gepest worden; de anti-pestcoördinator. Op onze school is dat juf Wilma Wicherink.

Wat moet je als kind doen als je ziet dat een kind gepest wordt?
Als je op school ziet dat een kind gepest wordt, dan moet je het echt aan je juf of meester vertellen.
Je mag het pesten dus niet geheimhouden en dat is geen klikken. Praat erover met je vader en/of moeder, en juf of meester. Op school is er ook een juf of meester die veel weet over pesten en gepest worden; de anti-pestcoördinator.

Wat moet u als ouder doen als je kind gepest wordt?
Als uw kind gepest wordt, of u heeft het vermoeden dat uw kind gepest wordt, neem dan altijd eerst contact met de leerkracht op.
U kunt daarna contact opnemen met de contactpersonen die fungeren als het aanspreekpunt in het kader van pesten en het anti-pestbeleid coördineren; in eerste instantie is dat de anti-pestcoördinator, Wilma Wicherink.


De Vijfsporenaanpak:

Spoor 1: Het gepeste kind steunen

Dat wil zeggen:
• luisteren naar wat er gebeurd is
• het probleem van het kind serieus nemen
• met het kind overleggen over mogelijke oplossingen
• samen met het kind werken aan die oplossingen
• eventueel deskundige hulp van buiten inschakelen (bijvoorbeeld een weerbaarheidstraining of sociale vaardigheidstraining)
• zorgen voor vervolggesprekken.

Spoor 2: De pester steunen

Dat wil zeggen:
• met het kind bespreken wat pesten voor een ander betekent
• het kind helpen zijn relaties met andere kinderen te verbeteren
• zorgen dat het kind zich veilig voelt en uitleggen wat jij als pedagogisch medewerker (of leerkracht) daaraan gaat doen
• grenzen stellen en die consequent handhaven
• het kind helpen zich aan regels en afspraken te houden
• zorgen voor vervolggesprekken.

Spoor 3: De andere kinderen betrekken bij de oplossing van het pesten

Dat wil zeggen:
• met de kinderen in de groep praten over het pesten en hun eigen rol daarin
• met de andere kinderen overleggen over mogelijke manieren van aanpak en oplossing en hun rol daarin
• samen met de kinderen werken aan oplossingen waaraan ze zelf actief bijdragen.

Spoor 4: De ouders van het gepeste kind en de ouders van de pester steunen

Dat wil zeggen:
• ouders die zich zorgen maken serieus nemen
• ouders informeren over pestsituaties, over pesten en over manieren om pesten aan te pakken en te voorkomen
• met ouders overleggen over manieren om pestsituaties aan te pakken
• zo nodig ouders doorverwijzen naar deskundige hulp.

Spoor 5: Als instelling de verantwoordelijkheid nemen

Dat wil zeggen:
• de instelling neemt nadrukkelijk stelling tegen pesten en ontwikkelt een duidelijk
beleid
• de instelling zorgt dat alle medewerkers voldoende bekend zijn met pesten in het algemeen en in staat zijn het pesten in de eigen groep te herkennen en aan te pakken.